Musical Onderzoek & Musical PWO: Onderzoekprojecten

Mira Delbaen. Conn-A.C.T. (Connection of artists, creatives & technologists): De technische vernieuwing in musicaltheater en haar bijdrage aan artistieke verrijking en duurzamer musicaltheater

 

Technische innovatie is in de musicalwereld reeds langer in opmars en lijkt onomkeerbaar. Maar technologische hoogstandjes lijken te zijn weggelegd voor grote productiehuizen met een meer commercieel karakter. De vraag stelt zich dan ook of er ruimte is voor kleine productiehuizen om mee te groeien, wat de noodzaak is bij het publiek om de theaterbeleving deze richting uit te sturen, en wat hiervan de artistieke meerwaarde is. De innovatie schuilt niet louter in het technische, maar eerder in een nieuw evenwicht tussen het scenografische/technische aspect enerzijds en de beleving van de regisseur/choreograaf/speler anderzijds. Hoe garanderen we dat het hier niet enkel gaat om spielerei van de scenograaf?
Vaak wordt deze evolutie geargumenteerd vanuit de stelling dat we niet blind mogen zijn voor de input van onze jongere generatie. De zogeheten clickgeneratie is er een van jongeren die alles met een aantal clicks binnen handbereik heeft. Theater is voor hen een anachronisme geworden dat haaks staat op datgene wat hen dagdagelijks bezighoudt. Dit project wil vanuit het netwerk en de artistieke ervaringen van de onderzoekster in zowel het werkveld als het musicalonderwijs de artistieke en pedagogische dimensies van deze actuele problematiek uitdiepen.
 

 

Cathy Vanderstappen. De oneindige dialoog van musical creatives: Het belang van co-creatie in de ontwikkeling van de Vlaamse musical

 

In “devised” theater wordt gebruik gemaakt van het recursief maakproces. Dit appelleert aan de artistieke input van de acteurs. Op die manier wordt de acteur, naast andere co-creatoren zoals de schrijver, regisseur, componist, choreograaf, e.a. eveneens co-creator. Toch is het niet zeker of dit maakproces en de bijhorende co-creatie eveneens een meerwaarde kunnen zijn voor hedendaagse musicalcreaties. Thans zou de ontwikkeling van “co-creatorschap” van de musicalacteur, zijn competenties kunnen uitbreiden. Zo zou hij in het werkveld niet alleen zijn uitvoerende kwaliteiten, maar ook de creërende kunnen verstevigen. De Vlaamse musicalmarkt zou zich mede hierdoor kunnen verrijken met tal van authentieke en vernieuwende musicalcreaties.
Vanaf 2009 maakten “devised” bouwstenen deel uit van Vanderstappens werkproces als theatermaker en dramadocent. Het onderzoeksproject Zie Mij (2019), met musicalstudenten, leerde dat “devised” methodieken wellicht ook het “co-creatorschap” van musicalacteurs kunnen ondersteunen. Deze ervaringen leverden zoveel kennis op over de creërende mogelijkheden van acteurs dat de onderzoeker ze als pedagogisch begeleider bij het OVSG uitwerkte in een begeleidingstraject voor leerkrachten DKO. Na interviews en bevragingen met onder meer toneelgezelschappen, makers en acteurs richt dit onderzoek zich op co-creatie in musical, zowel in de opleiding als in het werkveld.
 

Musical

Binnen de academische artistieke onderzoeksomgeving van Musical zijn de volgende speerpunten richtinggevend, zowel voor onderzoeksprojecten (inzet van de artistieke onderzoeksmiddelen), docenten (academisering van het onderwijs) als voor de masterproeven:
 

  • Historische grondslag en traditie van de musical;
  • Scenografie & dramaturgie;
  • Muzikale omkadering/vormgeving;
  • Innovatieve en interdisciplinaire praktijken.