In de eerste helft van de 18e eeuw was kanunnik Van den Boom (1688-1769) de belangrijkste mecenas van de Brusselse Sint-Goedelekerk, de collegiale kerk die later het statuut van kathedraal zal krijgen. Een van realisaties van de kanunnik-mecenas was het verzamelen van muziek waarin zowel lokale als Italiaanse componisten sterk vertegenwoordigd waren. Het resultaat is een collectie van meer dan 450 muziekhandschriften, vnl. religieuze werken. Deze 18e-eeuwse collectie werd onder impuls van Charles Van den Borren in 1928 aangekocht door het Conservatorium.
