Luca Piovesan
Nieuws

Onderzoeker in de kijker: Luca Piovesan

Tussen componist en uitvoerder: het pendulum van co-compositie

Wanneer accordeonist Luca Piovesan op 11 december zijn doctoraat verdedigt, rondt hij niet alleen zes intense jaren onderzoek af. Hij presenteert ook een instrument waarvan hij de grenzen letterlijk heeft opengebroken. Zijn muzikale reis begon op een afgelegen Italiaanse boerderij, waar de driejarige Luca met een zakmes zijn eerste accordeon opende om te ontdekken hoe die werkte. “Achteraf bekeken: de kleine onderzoeker was er al,” lacht hij.

Vandaag woont hij in Brussel, heeft zowel de Belgische als Italiaanse nationaliteit, en ontwikkelde hij tijdens zijn doctoraat een volledig nieuw instrument. De Poliarmonica is een hybride accordeon die klassieke klankproductie combineert met pedalen, live-elektronica en computerprocessing. Het instrument werd de motor van zijn onderzoeksproject The Co-Composition Pendulum, dat de relatie tussen componist en uitvoerder binnen de hedendaagse muziekpraktijk onderzoekt.

Luca Piovesan © Pablo Konrad

Van Venetiaans muziekleven naar Belgische onderzoeksvragen

Piovesan verhuisde pas op zijn 36ste naar België. In Italië combineerde hij lesgeven met een druk concertleven, maar een duurzame carrière als professioneel accordeonist bleek moeilijk op te bouwen. De samenwerking met gitarist Maarten Stragier en later zijn lidmaatschap van het Ictus Ensemble trokken hem steeds meer richting Brussel.

“Doordat ik voortdurend heen en weer reisde, voelde ik dat dit een plek was waar ik professioneel kon groeien. En vooral: een plek met structuren die onderzoek echt ondersteunen,” zegt Piovesan. Toen er in 2019 een onderzoekspositie vrijkwam aan het Koninklijk Conservatorium Brussel en de VUB, verhuisde hij definitief.

Een instrument dat rollen herschikt

Het vertrekpunt van Piovesans onderzoek ligt in een klassieke vraag uit de muziektheorie: wie ‘componeert’ een muziekwerk eigenlijk? Historisch lijkt het antwoord duidelijk: de componist bedenkt, de uitvoerder realiseert. Maar voor een instrument zonder diepgewortelde traditie, zoals de accordeon, overlappen die rollen vaak.

“Veel componisten kennen het instrument niet goed. Daardoor ben ik als uitvoerder vaak degene die de eerste klankidee aanreikt, van waaruit een hele compositie zich ontwikkelt.”

Met de ontwikkeling van de Poliarmonica versterkte hij deze spanning bewust. Het instrument werd zo complex (met pedalen, elektronica en signaalverwerking) dat een componist de uitvoerder nodig heeft om het überhaupt te begrijpen. “In mijn thesis noem ik het een black box die we samen moeten openen,” zegt hij.

Het resultaat is een praktijk die veel meer neigt naar co-creatie dan naar het klassieke model. Niet alleen ontstaan klankmateriaal en technieken gezamenlijk; ook auteurschap begint te verschuiven. “Wie is in dat geval de componist? Mijn case studies tonen dat de grens veel poreuzer is dan we doorgaans aannemen.”

Luca Piovesan

Een onderzoeksreis gevormd door reflectie en crisis

Piovesan volgde het zesjarige onderzoekstraject van KCB en VUB, dat hij omschrijft als verrijkend, uitdagend en soms ronduit moeilijk. “De eerste jaren gingen vooral over begrijpen wat artistiek onderzoek eigenlijk is,” zegt hij. Taalcursussen, lessen academisch schrijven en onderzoeksseminaries hielpen hem zijn praktijk te verankeren binnen een breder veld.

De echte uitdaging kwam later. “Na alle artistieke samenwerkingen moest ik alles uitschrijven. Die overgang was het moeilijkst. Wat draag ik precies bij aan de discipline? Waar ligt de betekenis van dit werk?”

Dankzij begeleiding van zijn promotor Maarten Stragier, de mentorship van accordeonpionier Claudio Jacomucci en zelfs ondersteuning door de welzijnsdienst van de VUB, vond Piovesan geleidelijk structuur. “Ik ben al uitvoerder sinds mijn twaalfde. Maar een doctoraat vraagt een andere vorm van discipline. Het leren ontwikkelen van die discipline was misschien wel de grootste winst.”

De finale: een tweeluik van concert en verdediging

Op 11 december presenteert Piovesan drie projecten tijdens de reeks Ictus Invites, elk van ongeveer vijfentwintig minuten. Het wordt geen traditioneel doctoraatsrecital, maar een immersieve concertervaring waarin drie mogelijke werelden van de Poliarmonica tot leven komen.

De volgende dag houdt hij zijn openbare verdediging aan het KCB. “Het is bijzonder om na zes jaar te tonen hoe onderzoek, instrumentontwikkeling, samenwerking en reflectie samenkomen. Artistiek onderzoek gaat traag, is complex en tegelijk enorm bevrijdend. Je voegt een klein stukje toe aan een groter geheel.”

Wat hoopt hij dat collega-musici en jonge onderzoekers meenemen uit zijn traject?

“Dat instrumenten, net als mensen, kunnen evolueren. En dat de relatie tussen componist en uitvoerder niet vast hoeft te liggen. Het kan een pendelbeweging zijn, heen en terug, die leidt tot nieuwe vormen van creëren.”

Deel dit